In haar nieuwste tentoonstelling ‘My Body is a Plant’, die momenteel te zien is in Galerie Caroline O'Breen, legt Elisa Strinna de verborgen relaties tussen het menselijk lichaam en de plantenwereld bloot. Tijdens de pandemie voelde de Italiaanse kunstenaar zich geïsoleerd en kreeg last van slaap- en ademhalingsproblemen. Ze zette haar atelier vol met planten en voelde zich minder eenzaam en opgesloten door hun aanwezigheid. Het bleek de start voor haar nieuwe project: “Ik begon ze te onderzoeken, niet alleen als metgezellen, maar ook als medicijnen.” Strinna ging op zoek naar de geneeskrachtige werking van planten en kruiden om haar angstgevoelens weg te nemen. Het onderzoek leidde tot een serie fascinerende porseleinen sculpturen waarbij ze de symbolische en visuele overeenkomsten tussen planten en de menselijke anatomie in beeld brengt.
Op dit moment maakt Strinna de oversteek naar een nieuwe atelier in Charlois, Rotterdam met veel andere kunstenaars om zich heen. Ze weet precies hoe ze haar praktische en creatieve taken met elkaar in balans houdt. De ochtenden reserveert ze voor mentale rust en administratief werk; in de middag en avond laat ze haar creativiteit stromen in Charlois. Daar werkt ze het liefst in stilte met haar eerdere werken als metgezellen om haar heen.
De tentoonstelling ‘My Body is a Plant’ is nog tot en met 8 maart 2025 te zien bij Galerie Caroline O'Breen in Amsterdam.
Waar is je studio en hoe ziet deze eruit?
Ik werk in Rotterdam, maar de afgelopen drie maanden werkte ik in het EKWC (Europese Keramisch Werkcentrum) in Oisterwijk. Deze verandering van werkomgeving heeft me toegang gegeven tot meer faciliteiten, zoals grote ovens waardoor ik met grotere porseleinen sculpturen kon experimenteren. Op dit moment ga ik wisselen van atelier in Rotterdam. Ik ga me vestigen in een nieuw complex in Charlois waar veel andere atelierruimtes zijn. Ik ben benieuwd hoe ik me in deze nieuwe ruimte zal settelen. Voor nu weet ik dat ik twee aparte gebieden zal hebben: één voor mijn apparatuur, inclusief de oven, en een andere voor productie.
Zijn er objecten of muziek die je altijd bij je hebt tijdens het werken?
Ik hou ervan om omringd te zijn door een aantal van mijn oudere werken, zodat het een dialoog creëert tussen het verleden en het heden. Ik luister niet vaak naar muziek, omdat ik veel concentratie nodig heb tijdens het werken, maar soms — vooral als ik verder gevorderd ben in een proces — geniet ik ervan om muziek op de achtergrond te hebben.
Hoe ziet een typische werkdag in jouw atelier eruit? Heb je bepaalde routines om je dag te beginnen?
Meestal ga ik na 13.00 uur naar mijn studio. Deze routine stelt me in staat om mijn dag te beginnen met grounding activities, zoals yoga en administratieve taken, voordat ik me onderdompel in creatief werk. Ik merk dat het structureren van mijn dag helpt om een balans te behouden tussen focus en flexibiliteit, hoewel ik soms probeer mijn schema aan te passen om de routine te doorbreken. Na de lunch ga ik naar mijn studio en blijf daar de rest van de dag, meestal tot 8 of 9 uur ’s avonds, tenzij ik aanvragen voor subsidies moet schrijven, wat ik liever thuis doe.
In je nieuwe tentoonstelling verken je de relatie tussen mensen en planten. Hoe ben je met dit onderzoek begonnen? Wat trok je aan in het symbolische en medicinale gebruik van planten?
‘My Body is a Plant’ begon in 2022 ter voorbereiding op Documenta Fifteen. Ik was geïnteresseerd in alternatieve remedies voor mijn kwalen die werden veroorzaakt door de isolatie van de pandemie. Gedurende die tijd kreeg ik last van slaap- en ademhalingsproblemen door angst die werd veroorzaakt door isolatie. Velen anderen ervaarden nog ernstigere aandoeningen. In mijn zoektocht naar een beter begrip van de oorsprong van deze malaise, begon ik na te denken over mogelijke remedies. Mijn atelier was destijds vol met planten, en door hun verzorging voelde ik me minder geïsoleerd. Ik begon ze te onderzoeken, niet alleen als metgezellen, maar ook als medicijnen.
Ik begon Valeriana Officinalis te gebruiken om mijn slaap te verbeteren, en tijdens het onderzoek ontdekte ik een intrigerend artikel van de Italiaanse kruidenkundige Karin Mecozzi. Ik nam contact met haar op en vroeg of ze me kon begeleiden in mijn onderzoek. We begonnen samen te werken met valeriaan en breidden later ons onderzoek uit naar andere planten. Samen analyseerden we grondig elke plant, we onderzochten hoe ze interactie hadden met ons lichaam en onze etherische, onzichtbare verbindingen. Tegelijkertijd testte ik deze planten op mezelf als medicijn. Hierdoor kwam ik tot het besef dat de vorm van de plan niet alleen een esthetisch kenmerk is, maar onderdeel is van een enorm netwerk van verbindingen. Door planten en menselijke anatomie nauwkeurig te observeren, ontdekte ik verrassende connecties die de ogenschijnlijke scheiding tussen deze twee verschillende werelden deed vervagen. Bijvoorbeeld, de wortels van valeriaan vormen een dicht netwerk van ‘zenuwen’, dat doet denken aan een neurale netwerk. En onze bronchiën blijken dezelfde vertakkingspatronen te hebben als alpenstruiken. Vaak kan de vorm van een plant ook aanwijzingen geven over de genezende eigenschappen ervan.
Je beschrijft je sculpturen als "bovennatuurlijke lichamen." Kun je uitleggen hoe je dit concept vertaalt naar de fysieke vormen in je werk?
De sculpturen ontstaan uit een langzaam onderzoeksproces. Deze grondige wetenschappelijke studie van planten combineer ik met spiritualiteit, waar planten en mensen elkaar ontmoeten. Deze ontmoeting met de plantenwereld opent de deur naar een onbekend rijk – een bovennatuurlijke ruimte die de grenzen van de menselijke ervaring overstijgt.
De sculpturen geven vorm aan dit kruispunt tussen menselijk en plantaardig leven. In deze overgangsruimte – de plek van transformatie – komen de twee werelden samen, waardoor een proces van genezing op gang wordt gebracht.
In je werk onderzoek je vaker thema’s als transformatie en vergankelijkheid. Hoe zie je de relatie tussen de vergankelijkheid van het lichaam en de (soms) eeuwige aard van planten?
Ik geloof dat elk lichaam zowel elementen van blijvende aanwezigheid als vergankelijkheid in zich heeft. Het individuele lichaam is vergankelijk, maar het herhaalt en transformeert zich ook, dit geldt zowel voor mensen als voor planten. Toch richten we ons vaak op de individualiteit, die op fysiek niveau vergankelijk is en uiteindelijk verdwijnt. Wat blijft, is de afdruk die we achterlaten in materie, in objecten, in dingen die duurzamer of herhaalbaar zijn, wat we uiteindelijk cultuur noemen. In de wereld van planten lijkt er echter een eeuwige cyclus te zijn: het lichaam van een plant verandert, maar zijn eigenschappen blijven constant, wat een gevoel van tijdloosheid oproept. Planten hebben ook hun eigen individualiteit, maar we zijn er niet gewend om die te herkennen.
Deze tentoonstelling vertegenwoordigt een overgangspunt voor mij, als een verzameling studies die leidt naar een serie werken die ik graag "inscripties" noem, een soort alfabet waar mensen en planten met elkaar in dialoog gaan. Wat ik door deze ervaring hoop te bereiken is nieuwsgierigheid over de reflecties die ik eerder noemde. De kennis achter de creatie van deze sculpturen is veelomvattend, ik hoop dat de kijker daar op zijn minst iets van kan ervaren in de werken. Deze stukken zijn niet bedoeld om verklarend te zijn, maar om evocatief te werken; het zijn gedichten, een vorm van schrijven gevormd door de morfologie van planten en menselijke lichamen.
Zijn er projecten of samenwerkingen waar je momenteel van droomt maar nog niet hebt kunnen realiseren?
Ja, ik heb een paar projecten in gedachten, maar mijn werk is gestructureerd in verschillende hoofdstukken. Op dit moment wil ik een nieuwe film ontwikkelen over ruimtevaartkolonialisme en terravormingmissies. Wat betreft plantenmedicijnen voel ik de behoefte om een stap terug te nemen na deze intensieve werkperiode en te reflecteren op de volgende projecten. Ik ben geïnteresseerd in het voortzetten van mijn onderzoek naar hoe koloniale expansie de kennis van medicinale planten heeft geëxploiteerd, met name in relatie tot de koloniale geschiedenis van Nederland, aangezien ik hier woon. Tegelijkertijd wil ik verder onderzoeken hoe de oude Italiaanse gebruiken van medicinale planten in rituele praktijken tot stand kwamen, van de Romeinen en Etrusken tot recentere tijden.